Blije vrouw

Feitelijk weet je niet wie je bent (InZicht, Mei 2011)

Iedereen kent het verlangen naar eenheid. Dat is een natuurlijk gegeven.

Feitelijk weet je niet wie je bent. in het begin van je jonge leven was dat geen probleem. Gewoon Zijn was voor jou natuurlijk. Anderen vertellen je nu per herhaling hoe jij bent. Je wijze van gedrag wordt gecensureerd, in wat wel en wat niet kan en wat wel en wat niet mag. Je mag er zijn, maar alleen onder bepaalde voorwaarden. Maar dat komt niet overeen met wat je voelt. In de basis voelt niemand zich lelijk van binnen. Het liefst zou je willen dat anderen dat ook zagen. Het verlangen naar eenheid is een heel krachtig en natuurlijk gegeven. Iedereen kent het.

Het lichaam produceert telkens bij een afkeuring een heel nare spanning.

Het lichaam produceert telkens bij een afkeuring een heel nare spanning. Dat gevoel kennen we als ‘afgescheidenheid’ en/of ook wel ‘onveiligheid’. Die spanning hoopt zich alleen maar verder op. Er bestaat geen overgave aan dat gevoel. Want je snapt nooit van zijn leven wat je fout hebt gedaan. Daar kan je ook niet achterkomen. Tenzij de identificatie met iets wat je niet bent op een dag wegvalt. Je werd beschuldigd van het feit, dat je jezelf bent.

Dat dilemma is zo groot dat het ontkennen van deze gevoelssensatie als vanzelf ontstaat. Daarnaast ontstaat er een strategie om die sensatie voortaan buiten de deur te houden. Dat moment is de aanzet waarop het geloof in de persoon zich steeds sterker ontwikkelt. Het ik-principe heeft een strategische structuur. Een ervan is aanpassing. Bepaalde gedragswijzen waarvan je uit ervaring weet dat die de garantie geven dat je er mag zijn, krijgen de voorkeur. De overgebleven door anderen afgekeurde gedragswijzen laat je aan de buitenwereld over.

Op den duur neem je deze kritische rol zelfs over en ben jij nu zelf ook het gedrag van de ander gaan afkeuren. Of je hebt aangeleerd uitsluitend jezelf te bekritiseren en dan is alles aan de andere kant van de medaille mooier en beter dan jij ooit zou kunnen worden. Dit gebeurt, en het voelt nooit goed. Van nature bestaat het verlangen om weer tot EEN te geraken. Maar je weet niet hoe. Want je bereikt steeds het tegendeel van wat je wilde.

Het geloof in de persoon is bij uitstek een afweersysteem tegen voelen

De strategie is om dan maar te gaan geloven dat het waar is wat ze tegen je zeggen. Dat je inderdaad niet goed genoeg bent zoals je bent, maar dat je dat in de toekomst wel kunt worden. Als je maar goed je best doet. Het geloof in de persoon is bij uitstek een afweersysteem tegen voelen. Die prijs is wel groot.

Er zijn steeds feitelijk maar twee gevoelssensaties die zodra ze zich voordoen geen erkenning krijgen. Het voelen van de angst voor afgescheidenheid en die van het “verlangen naar eenheid”. De sensatie van het verlangen zelf krijgt de kans niet zich vrijuit te manifesteren. Zo ook in geval van de angst voor afgescheidenheid. Het grijpen naar iets lijkt het verlangen te vervullen, maar de energie eronder wordt daarmee niet ontladen maar eerder krachtiger.

De afweer neemt evenredig toe en is er al voor dat de sensatie zich volledig heeft kunnen manifesteren. Want vrijwel onmiddellijk of halverwege wordt de aandacht verlegd naar een handelen als afleiding; naar een opvullen als afleiding en een analyseren ook als afleiding. Het onmiddellijke zintuiglijke contact met wat nu is is heel ver weg. Door die ontkennende afweer is je aandacht verlegd. Deze polaire tegenstelling van angst en verlangen die in zijn geheel maar geen erkenning krijgt is de basis van alle verhalen, die tezamen ieders eigen wereld vormen. Alle situaties die verdeeldheid brengen kun je zelf traceren naar de allereerste weigering van deze zuiver gevoelde sensaties van angst voor afgescheidenheid, met als gevolg verlangen naar eenheid. Als gevolg van de weigering van deze twee emoties plus het willen vasthouden van fijne sensaties, is het persoonlijke geheugen ontstaan.

Dit is allemaal de kwaliteit van kennis. Niet van weten.

Een geheugenbeeld ziet er meestal uit als een symbolische afspiegeling van het waargenomen object. Noem voor je zelf maar eens een paar objecten en bekijk de opkomende geheugen beelden maar eens goed. De inherente schoonheid van het waargenomen object is onbekend gebleven. Er is daarom geen verwondering meer. Je gelooft het al gezien te hebben. Door die overtuiging hoef je het niet nog eens te bekijken als het zich weer eens komt laten zien. Over het oorspronkelijke beeld werd direct een geheugenbeeld geplakt wat er voor in de plaats kwam. Die plakplaatjes van je geheugen zijn van zo’n simpele aard en zo doods dat je nergens meer wat aan vindt. Alles is saai. Daarom zoek je alsmaar nieuwe uitdagingen van dingen die nog niet in je geheugen bestaan. Dit is allemaal de kwaliteit van kennis. Niet van weten.

Wanneer je ontwaakt is dat niet de fel begeerde staat van het Absolute Zijn, het is de tussen – staat, waarbij het geheugen (de persoon) het waargenomene niet meer interpreteert en/of vertekent. Deze tussen-staat is het zuivere “ik ben” -beginsel. Het heeft de oordeelloze kwaliteit van een kind. Dit is een staat die wezenlijk verschilt van “Ik ben dit of dat”. Het geloof in de persoon is ineens weggevallen. De duale visie (de werking van de gespleten geest) valt dan weg. Als kind heb je dat al eens meegemaakt, zoals toen je eerst begon te twijfelen aan de echtheid van sinterklaas, zelf steeds beter ging kijken en ineens niet meer in sinterklaas geloofde. Toen pas zag je ook duidelijk dat hij de verkleede buurman was. Daarvoor was je nog volkomen blind voor de werkelijkheid.

Eenheidsbeleving

Als volwassene kunnen ook momenten optreden dat het zelfbewustzijn het even af laat weten. Dat noem je dan een eenheidsbeleving.

Vanaf het ontwaken, wat een keerpunt is, kun je steeds beter opletten of iets een feit is en niet de interpretatie van een feit. Op den duur wordt er uitsluitend totaal beleefd en geleefd wat er feitelijk NU te beleven is. Elke analyse is daarbij weggevallen. Analyseren was een onderdeel van het geloof in de op eigen kracht handelende persoon. De tegengestelde polaire polen worden als gevolg van het ontwaken uit de droom telkens opnieuw herkend als een eenheid.

“Ik hier + de wereld daar” bestaan gelijktijdig . Dit tafereel leek voor het ontwaken nog uit twee te bestaan. Dat was juist de illusie. Een enkele munt heeft immers ook twee zijden. Ineens doorzie je de gemaakte vergissing. Je ziet nu heel duidelijk dat jij zelf op de ene kant van de munt zat, en de ander aan de andere kant als tegengesteld aan jou. Je herkent ineens dat je slechts met een wetmatigheid van doen hebt. Er moet zelfs een contrast zijn. Anders is er geen gewaarzijn van iets mogelijk. Het is al EEN. Je probeert constant EEN te geraken met het andere maar er is geen tweeheid.

Na het ontwaken ziet het onpersoonlijke gewaarzijn van waaruit nu gekeken wordt de waarnemer op de ene kant van de medaille en de wereld als het waargenomene aan de andere kant van de medaille als een geheel. Jij als het universele gewaarzijn blijft daarbij zelf onzichtbaar omdat dit gewaarzijn géén vorm is.

Een van de meest voorkomende situaties die er waren voor het ontwaken was dat wát je zag en voelde maar half werd ervaren. Dan is het iets wat je vaag kent. Als gevolg daarvan wordt het beeld of gevoel opgeslagen in het geheugen als een ervaring. Dan is de ervaring nog kennis over iets. Diepe interesse voor wat IS als gevolg van het ontwaken en de oplettendheid die daar uit voortkomt zorgt ervoor dat kennis naar weten transformeert.

De vrijkomende emotionele energieën vanuit de geheugenbeelden roepen vanaf het ontwaken steeds minder weerstanden op. Tenslotte kom je op het punt waarin alles totaal geleefd/gevoeld kan worden zonder in de oude reflex van afweer te schieten. Dit is de transformatie van kennis naar weten. Je hele psychische geheugen wordt zo ontdaan van zijn emotionele energie terwijl de herinneringen intact blijven. Deze herinneringen zijn nu als zuivere informatie beschikbaar als er vraag naar is. Gevoelens worden gevoeld en niet meer geparkeerd voor later.

Het waargenomen object dat volledig ervaren wordt hier en nu wordt opgeslokt en verandert in iets dat je weet. Het is dan niet meer iets dat je alleen maar kent. Je weet het. Je bent tenslotte wat je weet. Het geziene heeft zijn duale vorm verloren en is het Absolute.

Het onophoudelijke omvormen van kennis naar weten (ofwel naar het zijn ervan), het ervaren van wat nu hier is, is een doorlopend proces zoals de beweging van de golfslag van de zee. Telkens wordt het gekende geïntegreerd, Het even tevoren nog gereflecteerde verschijnsel verliest zijn vorm weer.

Een ononderbroken ervaren van wat is, zonder ook maar iets uit die stroom te isoleren is de levende sprankelende kwaliteit van weten . Er blijven geen geheugensporen achter. Daarentegen gaat kennis altijd over dat wat al voorbij is.

Kennis kan zijn vorm niet verliezen, wanneer het niet tot weten oplost. Kennis is meer een opeenstapeling van conclusies. Als je maar doorgaat kennis te verzamelen wordt het steeds lastiger om iets uit eerste hand te weten. Kennis is niet van jou, maar weten wel. Kennis zoekt daarom telkens herbevestiging. Wanneer kennis in beleving vertoeft, wordt kennis getranscendeerd. Het meest natuurlijkste is om het weten te zijn.

Bij verder onderzoek, ontdek je dat de tegenstellingen feitelijk niets anders zijn dan aanwijsborden die weer naar het gevoel ‘ik ben’ verwijzen.

Laat het diepe inzicht ontstaan dat ‘ik ben’ het begin en einde is van alles wat je kent.

Het verschijnen van het gevoel er te zijn is de wortel van al het gekende. Het allerbelangrijkste is om tot het inzicht te komen dat de beleving ‘ik ben’ de schepper is van alles. Dit omvat het hele bestaan. Alle namen en vormen zijn voortbrengselen van ‘ik ben’. Laat het diepe inzicht ontstaan dat ‘ik ben’ het begin en einde is van alles wat je kent. Identificeer je volledig met deze bewuste aanwezigheid. Dit is de enige weg, een andere is er niet. Besef dan dat je losstaat van dit gevoel er te zijn.

Precies op het moment van de overgang van het gevoel ‘ik ben’ naar wéten treedt er een extatisch moment op dat in het mysterie van het Absolute oplost. Het mondt uit in een weten zonder te weten. Alsof elk verschijnsel zijn eigen realisatie moment heeft met de bijhorende gelukzaligheid. Het Absolute blijft over als het ENE zonder tweede.

Dat is de Zelfrealisatie.

 

Bron van de foto