Je kan maar één ding tegelijk in de aandacht hebben.

Aandacht voor iets wordt waargenomen in het Zien. Dat is belangrijk om te onthouden. Om iets te ervaren, moet er contrast bestaan. De aandacht kan maar op één kant van de medaille gericht zijn. Dat neemt niet weg dat de andere kant blijft bestaan ook al wordt die niet gezien. Het is de aard van het verstand om zich te identificeren met één van de tegenstellingen. Of je ziet de positieve kant óf je ziet de negatieve kant. Zit je helemaal aan de ene kant dan ben je al weer onderweg naar de andere kant. BewustZijn zoekt altijd weer evenwicht. Wanneer de identificatie met de persoon wegvalt, lijkt het net of de soort van aandacht die we altijd gekend hebben, waarbij er werd gefocust op een object, een totaal andere vorm aanneemt. Er treedt als het ware een verschuiving op in de aard ervan. Het lijkt erop dat de dualistische vorm van aandacht verandert in de niet dualistische vorm ervan die je dan zuiver Zien of BewustZijn kunt noemen.