Zonder taal kan het spel niet volledig gespeeld worden.
Als heel jong kind weet je gewoon niet dat je de vreugde zelf bent, want dat is je natuurlijke staat. Om te weten dat je vreugdevol en wezenlijk gelukkig bent moet je eerst ervaren wat het is om ongelukkig te zijn. Er is een contrastervaring voor nodig. Toen je nog zo’n klein ‘opdondertje’ was, leerde je al spelenderwijs de taal die bij jou thuis gesproken werd. Zo gaan de spelregels. Waarschijnlijk herinner je je niet meer hoe trots je was toen de omgeving verrast en blij reageerde op de eerste woordjes die je zei! Iedereen klapte in zijn handen van opwinding over dit verheugde feit. Je werd erom geprezen. De verheugde gezichten stimuleerden je om nog meer woorden te leren. Je wilde alles leren want je wilde ervaringen opdoen. Maar deze aangeleerde taal heeft je uiteindelijk om de tuin geleid. Met de taal ontstond de mogelijkheid voor de contrastervaring. De taal voerde je weg van eenheid, maar ze zal je gegarandeerd ook weer terugbrengen naar eenheid.
Uit het boek: “Bewustzijn. Zoek jij ook iets?” – fragment 16
foto: trigis777