Stoffelijkheid is een gigantische illusie
Als ik dus een beschrijving geef van een object vertel ik eigenlijk nooit iets over het object zelf. Ik moet eerst via mijn zintuigen allerlei eigenschappen toekennen aan een object. Vervolgens moeten deze eigenschappen daarna nog tot gedachten omgevormd worden, ergens van binnen (lijkt het), vóórdat ik iets kan kennen. De werkelijkheid is dan, het Waarnemen plus de vormgedachte, de kleurgedachte, eventueel de geurgedachte, de hardheid of zachtheidgedachten van het object. En niet te vergeten, dat het daarginds op een afstandje van mijn lichaam staat, zit of ligt of beweegt, wat natuurlijk ook weer een gedachte is.
Uit het boek: “Bewustzijn. Zoek je iets?” – fragment 449
foto: Donnie Ray Jones