Precies in het interval is tijd afwezig

Maar wat ik óók ontdekte, was dat deze lege ruimte nog altijd een object bleek te zijn, wanneer ik ernaar keek vanuit die denkbeeldige persoon, ik zeg het maar even, want daar maakte ik ook bijna een vergissing! Want als ik die lege ruimte ervaar is het toch nog altijd een object. Het kan alleen geen object meer zijn als ik de lege ruimte zelf bén. Deze beschikbaarheid vergelijk ik wel eens met een vel wit papier waarop één voor één muzieknoten geschreven worden. Het wit van het vel papier is daarbij de stilte en de muzieknoten op het papier zijn dan de melodie. De serene vredige stilte gedurende de diepe slaap, zou dan te vergelijken zijn met een wit vel papier waar geen melodie op geschreven staat. De stilte of het onbeweeglijke was mij eerder nooit zo opgevallen, want het beweeglijke trok bij mij altijd de aandacht naar zich toe. Toch zou de muziek niet swingen als deze stiltes er niet waren.

Uit het boek: “Bewustzijn. Zoek je iets?” – fragment 210

foto:  Ian Muttoo