De mens is niet de bedenker van gedachten.

Als je een denkbeeld over je lichaam hebt gevormd of over je ‘persoon’ of over iets anders, bijvoorbeeld over je kind of je werk of over iets wat fout was, maakt niet uit wat, dan is dat denkbeeld even later weer voorgoed verdwenen. Iets dat er niet meer is, komt niet meer terug. Zoals een wolk oplost in de lucht. Dat moet toch een hele opluchting zijn wanneer je dat voor jezelf ontdekt. De denkbeelden kunnen niet aan je blijven kleven als je ze niet opnieuw toe-eigent. Een denkbeeld kan dat wat je werkelijk bent nooit beïnvloeden.