Het geheugen heeft iets “toverachtigs”, het kan mij van alles wijsmaken

Mijn idee “iemand te zijn” bestond bij de gratie van het geheugen. Op bepaalde momenten had ik meer belangstelling voor mijn herinneringen aan tijden, toen alles nog niet zo gecompliceerd leek. Andere momenten had ik meer interesse voor allerlei droombeelden over de toekomst, waar alles wel weer goed zou komen. Dat gebeurde vooral als er weerstand bestond tegen een bepaalde situatie in het huidige moment. Daardoor bleef het geloof in de persoon juist gehandhaafd en daardoor bleef ik afgesneden van de directe ervaring van de glans en de schoonheid van het leven van alledag. Het lichaam heeft het geloof in de persoon helemaal niet nodig om te kunnen functioneren. Het lichaam kent geen weerstand tegen wat IS. Alle handelingen doen zichzelf in volstrekte vrede. Zodra denken, voelen en doen volmaakt synchroon lopen is er geen probleem te vinden.

Uit het boek: “Bewustzijn. Zoek je iets?” – fragment 587

foto:  Nico Caramella