Helemaal in paniek zat ik als klein meisje rechtop in bed…

De zintuiglijke prikkels zijn op dat moment alleen latent aanwezig. Het lichaam kan zichzelf automatisch krabben zonder dat er “iemand” voor nodig is. Daaruit blijkt maar weer dat het lichaam mij als persoon niet nodig heeft om zichzelf te helpen. Gezien vanuit de ‘s morgens opnieuw geboren “identificatie met de persoon”, bestond er geen herinnering aan de diepe droomloze slaap. Er werd “niet-iets” waargenomen. Tenslotte bestaat “iets” alleen als het in het Waarnemen verschijnt. Zoals ik al aangaf, bestaat de identificatie met de persoon niet tijdens de diepe slaap.

Uit het boek: “Bewustzijn. Zoek je iets?” – fragment 193