Er is lijden, dat wel, maar er is ‘niet-iemand’ die lijdt.
Stel, je zit rustig televisie te kijken naar een amusementprogramma, daarna komt het nieuws. Opeens word je geconfronteerd met de beelden van een bloedige zelfmoordactie waarbij ontelbare mensen het leven laten. Of er verschijnen beelden van een natuurramp die zijn tol eist. Dit alles verschijnt in het Gewaarzijn dat je bent, terwijl het lichaam in een luie stoel zit in een gezellige behaaglijke kamer. Het lijden van de mensen is als feit nu niet aanwezig in de behaaglijke kamer, behalve als informatieve filmbeelden op een tv toestel. Het is dus weer Zien plus een energetische sensatie ergens in het lichaam, iets knijpt zich samen ergens. Vrijwel meteen wordt de sensatie vertaald naar de gedachte “Oh, wat afschuwelijk.” De sensatie zelf wordt door het oordeel afgebroken, want zoals je al zag, er kan maar één ding tegelijk worden waargenomen. Of je oordeelt of je voelt de sensatie helemaal af, tot ze weer in het niets verdwijnt. Nou ja… niets… als je BewustZijn niets wilt noemen!
Die lichamelijke sensatie die uit het niets opkwam is nooit volledig ‘afgevoeld’ omdat ze direct al door jou werd benoemd als ‘oh, wat afschuwelijk!” De ‘onafgevoelde resten’ van deze sensatie worden als een emotionele energie opgeslagen in een speciale map in ‘de zwarte doos’ van het geheugen. Daardoor kreeg deze energie, die zich in eerste instantie als een lichamelijke sensatie liet voelen, niet de kans om weer in het tijdloze niets op te lossen. Wanneer het geloof in de persoon niet bestond zou deze sensatie geen enkel emotioneel spoor achterlaten doordat ze oplost in dat waar ze vandaan kwam. Deze sensatie komt nu terecht in de map bij de al eerder opgeslagen sensaties met dezelfde energetische lading.
Uit het boek: “Bewustzijn. Zoek jij ook iets?” – fragment 562 & 563
foto: Philippe Put