Ik zou heel gemakkelijk gefascineerd kunnen raken door allerlei verschijnselen.

Op het moment dat er met mijn kinderen van alles gebeurde waar ik geen invloed meer op bleek te hebben, raakte ik zo geïdentificeerd met “het verhaal”, dat mijn geloof in de persoon, wat van oorsprong nooit zo sterk ontwikkeld was, opeens vertienvoudigd werd. Zo, kende ik mijzelf niet! Mijn geloof in de persoon was tot dan toe nog nooit zó krachtig geweest. Ik kon altijd heel goed met mijzelf spotten en overal de humor van inzien. Alle problemen die ik zelf als kind en als vroeg volwassene had ontmoet waren nooit echt onoverkomelijk voor mij gebleken. Ik zag toen alles altijd in een veel groter verband. Maar toen opeens niet meer, ik was woest van frustratie omdat ik niet kon veranderen wat er was.

De moederinstincten grepen om zich heen! Ik wilde grip krijgen op de omstandigheden, dat was mijn werkelijke drijfveer. Ik wilde kunnen anticiperen, ik wilde mijn angsten sussen door middel van een soort magisch denken, waarvan de analyse er één is. Als ik maar begreep wat er aan de hand was, zou ik er grip op krijgen, dacht ik toen. Maar wat er gebeurde was volslagen onbegrijpelijk tot het moment waarop ik kon inzien dat ook dit een perfecte uitdrukking was van het BewustZijn.

Uit het boek: “Bewustzijn. Zoek je iets?” – fragment 547 en 548