eenzame man

Hoe komt het toch dat ik zo afhankelijk blijf van de ander om me compleet te voelen?

Afscheid moeten nemen heeft iets wat ik maar al te goed ken, daarbij komt het gevoel van eenzaamheid weer opzetten. Hoe komt het toch dat ik zo afhankelijk blijf van de ander om me compleet te voelen?

Als je afscheid moet nemen dan blijf je vaak alleen achter. Je mist de ander omdat je liefdesvolle aandacht voor die ander het voelen van leegte naar de achtergrond deed belanden. Het gevoel van gemis en afgescheidenheid slaat dan weer ongenadig toe. Slechts een diep verstaan van de gelijkwaardigheid van de polaire tegenstellingen kan dit dilemma doen oplossen. Pas daardoor zal er overgave ontstaan om beide tegengestelde situaties die we het gevoel van eenheid en het gevoel van afgescheidenheid hebben leren noemen voluit te beleven.

Toen je nog een klein kind was had je geen benul van een afzonderlijk bestaan. Je hebt je doormiddel van de taal leren identificeren met één enkel afzonderlijk lichaam. Daaruit ontstond het gevoel van ‘ik’ (dit lichaam) hier en jij of het andere (de wereld) daar. Ik en de wereld is een onlosmakelijke eenheid. Het een kan niet zonder het ander.

De enige functie die de polaire tegenstelling heeft is het mogelijk maken van BewustZijn. Je zou kunnen zeggen dat er in het menselijke brein een 3D applicatie is ingebouwd die de gewaarwording geeft van ruimte en tijd. Ook kan er slechts één ding tegelijk worden waargenomen. Richt je de aandacht op het zwart dan ben je je niet gewaar van het wit. Maar het wit blijft aanwezig, alleen je ziet het niet. Je weet pas wat leuk is als je het kan afmeten aan eerder op gedane ervaring van wat niet leuk is. Het niet-leuke wordt moeiteloos gespot maar als je de zintuiglijke ervaring ervan vervolgens weigert te beleven zal je het leuke ook niet meer kunnen beleven.

Alle tegenstellingen zijn feitelijk een onverbrekelijke eenheid .Het een kan zonder het bestaan van het ander niet worden gekend. Zodra je op één kant van deze polaire tegenstelling plaats neemt ( als een losstaand van zichzelf uit handelend “ik” ) dan ervaar je jezelf als de helft van deze eenheid, dus als afgescheiden van de wereld die de andere helft vormt. Het geloof in deze incompleetheid is onverdraaglijk. Als gevolg daarvan zoek je onmiddellijk naar hereniging met de andere helft. Maar dat doe je door het andere aan jouw kant te trekken. Als dat niet lukt wil je het andere weg hebben door ontkenning van het bestaan ervan. ( wat niet kan )

Meestal betekent het gevoel van eenheid voor het ík’ zoiets als het aan elkaar gelijk zijn. En niet als de polaire tegenstelling gelijkwaardig aan elkaar. Toch bestaat de gezochte eenheid juist uit die polaire tegenstelling. Wanneer jij en de ander elkaar eenmaal gevonden hebben en samen op een kant zitten van de polaire tegenstelling en de wereld mooi aan de andere kant blijft, ervaar je dat wat je eenheid noemt. Maar alleen zolang als het duurt, want het kan zomaar veranderen. Zodra je afscheid moet nemen van deze via de persoon ervaren eenheid onderga je weer het schrille contrast van de andere kant, van het afgescheiden zijn.

Via het zintuig van de tastzin worden er allerlei verschillende bewegingen waargenomen van energieën die heen en weer stromen. Kan de energie zich vrijelijk bewegen dan voelt dat aangenaam en natuurlijk. Stagneert deze energie stroom dan voelt dat aan als een spanning omdat de energie zich ergens ophoopt. Als de spanning wordt ontladen en de energie zich weer vrijelijk kan bewegen voelt dat als ontspanning en komt er weer ruimte omdat die stagnatie geen aandacht meer vraagt. Zo is er weer ruimte ontstaan om iets nieuws te beleven.

Alle voorkomende vormen van vrijelijk stromende energie ( als prettig ervaren) of van stagnaties (als onprettig ervaren) van die doorstroming is geankerd geraakt aan specifieke gebeurtenissen, betekenissen, woorden, beelden geuren, smaken, geluiden en aanrakingen

De als prettig ervaren stroming heb je ‘eenheid’ leren noemen. Verandert dit vrij stromen van energie in een gestagneerde stroom dan heb je die ‘tweeheid’ leren noemen. Dit bewegen van de levensenergie is als een uit zichzelf ( uit de zee ) gevormde golfslag die zich herhaalt op de oppervlakte van de kosmische zee.

Dit alles speelt zich af in een onveranderlijk gewaarzijn. En dat onverdeelde gewaarzijn is wat je werkelijk bent. Het onveranderlijke Zijn heeft het veranderlijke nodig om te kunnen ervaren dat het IS. Het Licht wat je bent valt dan eens op de ene kant en dan eens op de andere kant van de polaire as. Afhankelijk van wat de meeste liefdesvolle aandacht vraagt op ieder moment.

Het opheffen van het gevoel van afgescheidenheid gebeurt wanneer je her-kent dat de afwisselende beweging tussen de tegendelen louter en alleen voor het noodzakelijke contrast zorgen. BewustZijn is alleen daardoor mogelijk. Elke ander betekenis die eraan wordt gegeven zorgt voor het ondragelijk leed Zittend op één kant, op de ene helft van de polaire eenheid lukt het nooit tot één te geraken, waarom? Omdat beide polen slechts de uiteinden zijn van een enkele as. Herkenning dat er geen dualiteit bestaat laat alles op zijn plek vallen.

– Joanika

 

 

Bron foto