Er kan zich nooit een gedachte binnen een andere gedachte voordoen.

Eigenlijk is het dit: er is Waarnemen plus de gedachte “Joanika”, dan even niets (nou ja… als ik de tijdloosheid daarmee af wil doen), dan het Waarnemen weer plus de gedachte “ik ben klein”. Het is een wetmatigheid dat er telkens maar aandacht bestaat voor één gedachte tegelijk. Het is het geheugen dat deze twee gedachten aan elkaar koppelt, dat heb ik al eerder uitgelegd. Daardoor krijg ik het idee dat Joanika klein van stuk is.

Uit het boek: “Bewustzijn. Zoek je iets?” – fragment 870