Er is lijden, dat wel, maar er is ‘niet-iemand’ die lijdt. There is suffering, that’s for sure, but there is nobody suffering
Wat je nu krijgt is het onvermijdelijke Zien plus de nieuwe gedachte: “oh, wat afschuwelijk.” Deze sensatie wordt zonder eerst bekeken te worden direct benoemd en als benoeming in het geheugen gestopt. Op gelijke wijze wordt het kind steeds weggestuurd met zijn nieuwe tekening. Die tekening is toch een belangrijke uiting van het kind. Nu verschijnt er een andere nieuwe gedachte “ik kan hier niet tegen, het is te erg.” Wat er in werkelijkheid gebeurt, is weer, dat het niet te vermijden Zien er is plus een gedachte aan jezelf (het lichaam) in de vorm van een ‘ik’ die ergens niet tegen kan. Vervolgens worden al deze sensaties (die tot gedachten zijn omgevormd) door het geheugen aan elkaar geregen tot een samenhangend geheel.
Uit het boek: “Bewustzijn. Zoek jij ook iets?” – fragment 564
foto: Nenad Stojkovic
Now what you get is the unavoidable Seeing plus the new thought: “Oh, how terrible.” Without being first scrutinised, this sensation is labelled straight away and put away into a file in the memory. It’s something like a child with a new drawing who is repeatedly sent away. That ignored drawing is nonetheless an important expression of the child. Now another new thought looms up: “I cannot stand this, this is too awful.” What really happens is that once more the unavoidable Seeing is there plus a thought about yourself (the body) in the form of an “I” with something it cannot stand. All these sensations (transformed into thoughts) are subsequently strung together by memory, to form a coherent total.
From the book: “Consciousness” – fragment 564
photo: Nenad Stojkovic