Dat geheugen is dwangmatig geworden.

Als je je ogen sluit, ben je je bewust van een lege ruimte waar alles in verschijnt. Je bent het Zien van deze lege ruimte. Het geeft helemaal niet wat er in die lege ruimte verschijnt, maar door het Zien persoonlijk op te vatten, wil je met sommige gedachten wel en met andere gedachten niets te maken hebben. Zodra je weet dat het Zien altijd onpersoonlijk is, kan elke denkbare tegenstelling omarmd worden. Alexander noemde dat de Goddelijke On-verschilligheid, hij bedoelde: dat je Ware Natuur geen verschil kent tussen de tegendelen.

Uit het boek: “Bewustzijn. Zoek jij ook iets?” – fragment 305