BewustZijn keek naar BewustZijn.

“Hallo? Dokter? Ik bel even om te zeggen… Ja… de weeën zijn begonnen. Oké… ik ga vast naar het ziekenhuis… ja hoor… de vader komt ook mee… ja… ik weet het, samen maken, samen krijgen…”

Terwijl onze pas geboren dochter nog met navelstreng en al onderste-boven met een beentje aan de hand van de dokter bungelde, zei hij: “Kijk eens, wie we hier hebben?” Ik zag in haar een heel speciale hoedanigheid van een onverstoorbare, maar geweldig levende kalmte, vermengd met een gevoel van waardigheid. Ze had de arrogant schouwende blik van een Massai krijger. Ik zal het nooit vergeten. Ze keek dwars door me heen. Iets hemels keek mij aan. Vandaag de dag zou ik zeggen BewustZijn keek naar BewustZijn, dus naar zichzelf!

Uit het boek: “Bewustzijn. Zoek je iets?” – fragment 1