Angst en tijd zijn elkaars gelijke.
Kleine kinderen hebben nog geen video-opnamen gemaakt, daarom zijn ze ook nergens bang voor. Een klein kind denkt nog niet. Een kind heeft over het algemeen meer gevoelens. Die gevoelens worden niet teruggehouden of veroordeeld, ze worden spontaan geuit. Een kind leeft nog als totaliteit. Later als er met behulp van de taal een geloof in de persoon is ontstaan, worden deze zuivere gevoelens vaak vervormd en uiten zich dan als de wel bekende emoties. Het kind leert via de taal dat het wel mag bestaan, maar alleen onder bepaalde voorwaarden. Het voelen van angst en de pijn om niet geliefd te zijn veroorzaakt een afweersysteem wat het ervaren van afgescheidenheid moet verdringen. Het kind past zich aan de eisen van de omgeving. De verdrongen gevoelens vormen als emoties op de duur de psyche, een persoonlijk bewustzijn, dat we doorgaans “ik”noemen.
Uit het boek: “Bewustzijn. Zoek jij ook iets?” – fragment 489
foto: FromSandToGlass