BewustZijn is niet dood, maar het lichaam is dood
Wanneer ik de metafoor van het spelende kind weer even aanhaal dan zou ik kunnen zeggen dat tijdens de diepe slaap het kind even niet met de pop speelde. Het stelde zichzelf even niets voor. Later zal het kind dezelfde pop opnieuw oppakken en het spel voortzetten. Ik zet de computer tegenwoordig ‘s nachts in de slaapstand. Ik stel me voor dat dit ook met het lichaam gebeurt, zodat het lichamelijke instrument niet de hele tijd belast is. Het zenuwstelsel is uiterst fijngevoelig en met regelmatige rust functioneert het beter en kan het zuiver blijven registreren. Zo ook staat het BewustZijn als het ware paraat om de identificatie met het lichaam weer tot stand te brengen en het spel te hervatten. Waardoor er weer een bewuste zintuigprikkel opkomt in de beschikbaarheid. Deze zintuigprikkel wordt als vanzelf omgevormd tot een plaatje wat weer in het kosmische Licht reflecteert.
Uit het boek: “Bewustzijn. Zoek je iets?” – fragment 200
foto: Rod Waddington