Mijn grootste angst vroeger was de angst dat er niet van me gehouden werd

Op een dag realiseerde ik mij dat ik liefde niet kon geven en ook niet kon ontvangen, want de werkelijkheid was dat ik slechts liefde in de ander kon herkennen, omdat ik zélf Liefde bén. Liefde is géén object. Het is de beschikbaarheid voor dát wat zich manifesteert. Ik had al snel in de gaten dat als iemand niet in staat was om lief te hebben maar toch “zo goed mogelijk wilde leven”, de zoekgeraakte of niet toegelaten liefde dan vaak gecompenseerd moest worden met een sterk ontwikkeld rechtsgevoel. Als ik merkte dat mensen zo berekenend met elkaar konden omgaan, kreeg ik daar wel eens koude rillingen van. Wat zich in werkelijkheid voordoet is dan: het Waarnemen plus de lichamelijke sensatie die koude rillingen geeft. Het Waarnemen van deze specifieke sensatie gebeurde moeiteloos. Op zichzelf was deze sensatie een BewustZijnsobject wat uit de tijdloosheid verrees. Wanneer er nu niet achteraf door het ego een mening of oordeel op komt te liggen, laat deze sensatie geen spoor na en is ze af-gevoeld, zoals ik dat meestal noem.

Uit het boek: “Bewustzijn. Zoek je iets?” – fragment 765