Iedereen krijgt zo zijn eigen bril waar doorheen hij de wereld projecteert
65
Ik heb ontelbare keren meegemaakt dat volwassenen allerlei eigenschappen toedichten aan een kind dat die eigenschappen helemaal nog niet kan hebben ontwikkeld. Op die manier hebben ze het kind gedefinieerd. Dat is echter een grote vergissing omdat het daar nog te jong voor is. Ik denk hierbij niet alleen aan mijn eigen kinderen die dat is overkomen, maar aan alle kinderen die dit meemaken. Het kind verschijnt in het gewaarzijn van deze volwassene. In een wereld die door deze volwassene in zijn ‘denkbeeldige afgescheidenheid’ zelf is geschapen. Daaraan kun je meteen zien dat de zienswijze niets over het kind vertelt maar alles over de volwassene zelf. Bovendien kun je alleen dat herkennen wat zich onder of op dezelfde traptrede bevindt waarop jijzelf staat. Alles wat zich daarboven bevindt, kan je nog niet zien, laat staan herkennen. (Het woord ‘ontwikkelen’ slaat op het ont-wikkelen van het geloof in de persoon. Het is dus niet iets dat je erbij moet leren maar eerder iets dat eraf valt).
Uit het boek: “Bewustzijn. Zoek jij ook iets?” – fragment 65
Foto: Stuart Richards