Het lichaam kan zelf echt niets kennen. The body itself cannot know anything
“Ga je huiswerk leren, dan zal ik je vanavond overhoren om te zien of je het kent.” BewustZijn identificeert zich in dit geval met een iets ander aspect van het lichamelijke object. Hier is sprake van identificatie met de werking van het mentale gebied, de wereld van de opgeslagen gedachten. BewustZijn vermomd als het woord ‘ik’ verhuist ook dit keer mee met deze identificaties. Er is ook geen andere mogelijkheid omdat BewustZijn het enige is dat bestaat. Het is dan BewustZijn plus “ik denk dat…“ of BewustZijn plus “ik ken dit of dat” en ga zo maar door.
Uit het boek: “Bewustzijn. Zoek jij ook iets?” – fragment 92
foto: Miika Silfverberg
“Go and do your schoolwork and I’ll check if you know it this evening.” In this case Consciousness identifies with a somewhat different aspect of the bodily object. Here there is identification with the mental area, the realm of the archived thoughts. Again Consciousness (disguised as the word “I”) moves along with the identifications. There is no other possibility since only Consciousness exists. So we have Consciousness plus “I think that…” or Consciousness plus “I know so and so…” and so on.
From the book: “Consciousness” – fragment 92
photo: Miika Silfverberg