Er kan zich nooit een gedachte binnen een andere gedachte voordoen.

Eigenschappen bijvoorbeeld zijn voor je gevoel verbonden met je lichaam. Ze geven je het idee dat je persoonlijkheid een zelfstandigheid heeft. Je hebt een combinatie van bepaalde eigenschappen die kenmerkend zijn voor jou alleen, daar bestaat toch geen twijfel over! Die zijn je met de paplepel ingegoten, zal ik maar zeggen. Daardoor heb je het gevoel dat het Zien door jou als persoon zélf gedaan wordt. Tenslotte zie je jouw gedachten en niet andermans gedachten. Je denkt dat het Zien een eigenschap is van het lichaam, maar de ogen zien zelf niets. De ogen kijken maar ze zien niets! Het zijn instrumenten, kleine lenzen die ook vervangen kunnen worden. Je kunt van een camera toch ook niet zeggen dat die iets ziet? Toch is er een foto gemaakt via de camera. Je denkt dat het lichaam iets kent, maar in werkelijkheid wordt het lichaam gekend. Je denkt dat jij iets ziet, maar het hoofd waar de ogen in zitten, wordt gezien. Door dat wat je bent. Het bewuste Zien zelf. De fotootjes die het lichaam allemaal via de hersenen weet te maken worden stuk voor stuk bekeken door BewustZijn. Dat is de enige genieter van alle plaatjes op de hele wereld. Het is één grote kosmische diavoorstelling.

Uit het boek: “Bewustzijn. Zoek jij ook iets?” – fragment 519