Zoals mijn gedachten zijn, zo is óók mijn wereld

De tegenstellingen doen zich altijd beiden tegelijk voor maar er kan altijd maar één kant van de tegenstelling waargenomen worden. Zolang ik het bestaan van de andere kant ontkende, had ik een groot probleem. Dan had ik gekozen voor de helft. Kies ik één kant, maar ontken ik het bestaan van de andere kant niet, dan is er niets aan de hand. De inherente heelheid wordt zo niet verstoord. Dat is de verborgen harmonie. Dit moest ik even dóór krijgen, dat was alles. Het is een doorzíén, niet iets dat je moet of kunt oefenen.

Uit het boek: “Bewustzijn. Zoek je iets?” – fragment 361

foto:  woodleywonderworks